Drogestofrichtlijnen

Contact Cir Qlar 2048 1024 px 2 - CirQlar is onderdeel van ForFarmers Nederland B.V

Droge stof in vochtige en stapelbare producten van ForFarmers Nederland B.V.

Bijna alle vochtige en stapelbare voedermiddelen die ForFarmers Nederland B.V. (hierna te noemen ForFarmers)verhandelt, worden afgerekend op basis van hun drogestofgehalte.

Dankzij een nauwe samenwerking tussen ForFarmers, haar leveranciers en haar transporteurs worden hiertoe vaak al direct bij de producent van deze voedermiddelen monsters genomen van zo vers mogelijk materiaal.

Het drogestofgehalte van deze monsters wordt vaak ter plekke al bepaald. Afhankelijk van het
product en van de producent, doet de producent dit zelf of gebeurt dit bij een extern laboratorium.

Over het algemeen worden er 3 monsters genomen:

  • 1 ‘vers’ monster waarin het drogestofgehalte van het verse product bepaald wordt.
  • 1 ‘bewaarmonster’ dat minimaal 3 maanden bewaard wordt en gebruikt kan worden in het geval er een calamiteit plaatsvindt.
  • 1 ‘klant’ monster dat de klant ontvangt voor zijn of haar eigen controles.

Het drogestofgehalte van het verse product is ook het drogestofgehalte waarop ForFarmers het product verhandelt.

Tijdens transport en opslag blijft het drogestofgehalte van vochtrijke en stapelbare voedermiddelen echter niet constant. Over het algemeen verliezen deze voedermiddelen droge stof als gevolg van verschillende fermentatieprocessen die in het voedermiddel plaatsvinden.

In de praktijk kan er een verschil van 1,5% zijn tussen het drogestofgehalte van een vers voedermiddel direct uit productie en van hetzelfde voedermiddel bij aflevering. Dit is het gevolg van een natuurlijk proces dat geen nadelige invloed heeft op de voederwaarde van het voedermiddel. Bij controle van het drogestofgehalte op boerderijniveau kunnen dit soort verschillen dus voorkomen. Wij beschouwen dit niet als een afwijking.

Natuurlijk is het altijd goed om het drogestofgehalte van de producten die u ontvangt te controleren en, in geval van afwijkingen, dit bij ons te melden. ForFarmers accepteert klachten over het drogestofgehalte van een voedermiddel echter alleen als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan.

Merkt u dat het door u gemeten drogestofgehalte systematisch afwijkt van het gehalte van het verse monster, kijk dan ook kritisch naar het proces van monstername tot het moment van meting en ijk de drogestofmeter.

Klachten over verschillen in drogestofgehalte moeten voldoen aan de volgende voorwaarden

  • Een klacht wordt alleen in behandeling genomen als deze binnen 2 dagen na de leverdatum wordt ingediend via e-mail. Indien het drogestofgehalte pas na de levering is meegedeeld, dan geldt een termijn van 2 dagen vanaf dat moment.
  • Een monster voor drogestofbepaling wordt alleen geaccepteerd als het monster representatief is voor het product zoals het bij aflevering uit de auto gekomen is. Monsters uit eigen opslag of uit eigen voersysteem worden niet geaccepteerd. Gebruik bij voorkeur het monster dat de chauffeur bij aflevering bij u heeft achtergelaten en bewaar dit gekoeld (= het klantmonster waarnaar in het kader hierboven verwezen wordt bij de 3e bullet).
  • We accepteren alleen drogestofanalyses van representatieve monsters die direct na het lossen zijn geanalyseerd of maximaal 48 uur onder gekoelde omstandigheden zijn bewaard.
  • Alleen klachten over verschillen in drogestofgehalte van > 1,5% worden in behandeling genomen. Hiervoor zijn twee redenen:

1. 1,5% is volgens de EU-wetgeving de tolerantiegrens voor het te declareren drogestofgehalte.

2. Het feit dat minder droge stof in de analyse gevonden wordt, betekent niet dat de betreffende nutriënten verloren zijn. Ze zijn omgezet in componenten die in een drogestofanalyse niet volledig teruggevonden worden. Daarnaast kunnen de ontstane componenten een positief effect hebben op de darmgezondheid van de dieren.

  • ForFarmers kan het bewaarmonster, waarin het drogestofgehalte bepaald is, opvragen voor een her-analyse op haar eigen lab. Betreffend monster dient daarvoor nog wel bij de klant aanwezig te zijn en onder gekoelde omstandigheden (4 – 6 °C) bewaard te zijn.
  • Indien een klacht gegrond blijkt te zijn, zal ForFarmers het verschil in droge stof vergoeden, na aftrek van de 1,5% tolerantie.

Wat zijn fermentatieprocessen?

Tijdens een fermentatieproces zetten micro-organismen koolhydraatbronnen (suikers en makkelijk afbreekbaar zetmeel) om in fermentatieproducten, zoals melkzuur, azijnzuur en ethanol. Dit zijn natuurlijk processen die altijd plaats zullen vinden als de omstandigheden voor bepaalde microorganismen gunstig zijn. Een vochtrijke omgeving, een aangename temperatuur en voldoende voedingsstoffen zijn voorwaarden waaraan eigenlijk alle vochtige en stapelbare diervoeders wel voldoen.

Het punt is dat een belangrijk deel van deze fermentatieproducten vervluchtigt bij hoge temperaturen. Om het drogestofgehalte van een voedermiddel te bepalen wordt het voor een bepaalde tijd gedroogd bij 103 °C. En dan vervluchtigt dus een deel van de fermentatieproducten.

Vergeleken met het verse product is er dus suiker en zetmeel verdwenen en zijn er fermentatieproducten voor in de plaats gekomen, wat resulteert in een lager gemeten drogestofgehalte. De nutriënten die met een drogestofbepaling niet teruggevonden worden, zijn dus niet volledig uit het voedermiddel in uw silo verdwenen, maar zijn omgezet in andere stoffen die niet teruggevonden worden bij een gangbare drogestofbepaling.

Gunstige effecten van fermentatieprocessen

Verschillende fermentatieproducten hebben een gunstig effect op de conservering en de voederwaarde van de voedermiddelen. Er worden veelal organische zuren geproduceerd die ervoor zorgen dat de pH-waarde van de vochtige voedermiddelen daalt. Vooral de vorming van melkzuur speelt hierbij een belangrijke rol. Organische zuren zijn essentieel vanwege hun conserverende werking in voedermiddelen. Door de verlaagde pH krijgen andere, veelal schadelijke microorganismen (zoals schimmels, salmonella’s, E. coli en rottingsbacteriën) geen kans om zich te ontwikkelen.